De norm EN 1627 / 1628 / 1629 / 1630 is de enige referentie op Europees niveau voor de beoordeling van de prestaties van inbraakvertragend schrijnwerk.
Heinen voert al zijn inbraaktests uit in het CNPP (Centre National de Prévention et de Protection), een van de meest gerenommeerde laboratoria in dit verband.
De normen EN 1627-1630 bieden een classificatiesysteem met zes categorieën (1 tot 6, in stijgende graad van inbraakweerstand) en beschrijven de testmethoden om de weerstand te beoordelen van deze elementen tegen een statische en dynamische belasting en tegen manuele inbraakpogingen . De norm EN 1627 beschrijft de voorwaarden voor de tests en de weerstandsklassen.
De tests verlopen in drie fases:
- Weerstand tegen een statische belasting (EN 1628)
- Weerstand tegen een dynamische belasting (EN 1629)
- Weerstand tegen manuele inbraakpogingen (EN 1630)
De norm 1627 beschrijft de middelen (kracht, gereedschap, duur …) die bij de tests van manuele inbraakpogingen aangewend worden om:
- de deur te openen
- of een opening te maken die voldoende groot is voor een lichaam van de vermelde afmeting (mangat)
Bij deze test wordt een gereedschapsset die voor elke klasse verschilt, ter beschikking gesteld van de ‘aanvallers’. De aanvallers kunnen een beroep doen op deze gereedschappen alsook op alle werktuigen uit lagere klassen.
De voor een bepaalde klasse vermelde contacttijden vertegenwoordigen de tijd dat het gereedschap in contact is met de deur.
De totale duur van de test bestaat uit de contacttijd, de rusttijd, de observatietijd en de tijd om van gereedschap te veranderen.
De aanvallers hebben vooraf de gelegenheid gekregen om de plannen van de geteste deur te bestuderen en eventuele zwakke punten te identificeren om binnen te dringen. Dat geeft hun een aanzienlijke voorsprong ten opzichte van een reële aanvalssituatie.
Download onze documentatie over de normen inzake inbraakwerendheid voor een tabel met de gereedschappen en testtijden die gelden voor elke richtlijnklasse!